Een paar weken geleden ging er een filmpje rond op LinkedIn over een vader die zijn kinderen vroeg om een instructie te schrijven om een P&J sandwich (peanutbutter&jelly sandwich) te maken. Hilariteit alom als hij de instructies van zijn kinderen te letterlijk neemt, of verkeerd interpreteert, en zijn mes op z’n kop in de pindakaas zet, of alleen het bovenste randje van de boterham met jam besmeert. Pas na ettelijke pogingen (en veel frustratie bij zijn kinderen) lukt het hen om met een duidelijke beschrijving hun vader een P&J sandwich te laten maken.
Geschreven instructies zijn dus niet altijd duidelijk. Stel je nu eens voor dat je ook niet goed bent in lezen en begrijpen van tekst! In Nederland noemen we dat laaggeletterdheid. Het is bekend dat laaggeletterdheid een groot probleem is als het gaat om het innemen van medicatie. Daarom zijn er veel interventies bedacht om hierbij te helpen, waaronder allerlei icoontjes. Een instructie is vaak duidelijker als je ziet wat je moet doen. (Waarom denk je dat een IKEA handleiding uit plaatjes bestaat? Stel je voor dat je dat met alleen tekst zou moeten doen! ) Maar uit onderzoek van Mirjam van Nieuwkerk naar de SBA-klapper (2015) en Mahdieh Rajabi naar de praatplaat (2019) tijdens PO in jaar 4 bleek dat icoontjes die gebruikt worden bij het eerste uitgiftegesprek ook weer verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Vanuit je eigen denkkader kan een icoontje namelijk heel duidelijk zijn, maar voor iemand anders dus iets totaal anders zeggen. (Bijvoorbeeld: ‘na het eten innemen’ werd uitgelegd als ‘voor het eten innemen’.)
Je moet niet denken dat verkeerde interpretatie van instructies of icoontjes alleen speelt bij mensen met laaggeletterdheid. Om het IKEA voorbeeld weer te nemen: Bij het maken van een kastje, had ik aan het einde een plankje met een schroefgat op de verkeerde plek. Heb je een doctorstitel, kan je nog geen kastje in elkaar zetten! En ik kwam deze week nog twee voorbeelden van andere interpretatie op de HU tegen:
Situatie 1: Ik had, dacht ik, mooie oefenvragen gemaakt voor de tweedejaars, om er in mijn les achter te komen dat je een vraag ook op een andere manier kon lezen en zo op een heel ander antwoord kwam. Zoiets kan ook gebeuren met een toetsvraag: zelfs als er 3 docenten naar kijken, kan het nog zijn dat studenten hem anders interpreteren. Wij kijken immers vanuit ons eigen kader, en weten ook nog welk antwoord het moet zijn. Gelukkig doen we na toetsafname altijd nog een analyse om hierop te checken.
Situatie 2: We hebben met de docenten afgesproken dat we Canvas op dezelfde manier gaan inrichten, nl. met alle informatie per week. Maar de instructie (‘informatie per week weergeven’) kan je op verschillende manieren uitvoeren. Dus kwam ik erachter dat ik mijn onderdelen heel anders heb ingericht op Canvas dan eigenlijk de bedoeling was. Het is net de eendjes-opdracht (gezien op makered.nl): geef iedereen dezelfde blokjes en instructies, maar er komen toch andere eendjes uit.
In ieder geval zorgen dit soort dingen ervoor dat er genoeg te doen is. Voor ons, maar ook voor Farmakundigen. Wie moet anders al die SOP’s, instructies, interventies etc. duidelijk en eenduidig gaan maken voor zowel medewerkers als patiënt 😉?