Ken je dat? Dat je net een appje of mail hebt verstuurd, om erachter te komen dat de ‘autocorrect’ van je telefoon een heel eigen draai aan het bericht heeft gegeven? Zo heet mijn jongste dochter volgens WhatsApp consequent ‘alinea’. Verder wilde ik vorige week mijn collega’s een bericht sturen dat ik lekker een verse burrito had op de Bolognalaan, terwijl zij met hun boterhammetjes op HL7 zaten, maar WhatsApp maakte daar dus een ‘verse busrit’ van. Mijn mededocenten kwamen niet meer bij van het lachen.
Soms krijg ik een mail van een student waarvan ik meer moet huilen dan lachen. Zo eentje waarbij de autocorrect, of de spellingschecker, overduidelijk niet heeft aangestaan. Waarbij de d’s en de dt’s niet kloppen, of waarbij de zinnen geen hoofdletter of punt hebben. Soms stuur ik dan een antwoord waarbij ik de taalfouten geel maak in de hoop dat de student de hint oppakt. Vervelender is het als ik een toets een onvoldoende moet geven puur op het Nederlands. Ik vind het zo jammer als een student het misschien wel begrepen heeft, maar dat er zoveel fouten in staan dat het niet meer professioneel overkomt en de inhoud ook niet meer te begrijpen is. Bij toetsproducten die wel voldoende zijn op schrijfvaardigheid zie ik verder dat de cijfers op de inhoudelijke criteria hoger worden naarmate de opbouw van de tekst beter is. Naast (vrijwel) foutloos schrijven is dus ook hoe je je tekst schrijft van belang om de inhoud goed naar voren te laten komen.
Het tegenovergestelde komt ook voor, namelijk dat het Nederlands prima is, maar dat de inhoud nergens op slaat. Denk aan ‘astmamedicatie verwijderd de longen.’ Lijkt me toch behoorlijk vervelend voor een astmapatiënt, dat hij zijn longen ineens kwijt is. Ook las ik in een onderzoeksrapportage de onsterfelijke zin: ‘De betrouwbaarheid was wel valide.’ (Aan de eerstejaars: eind blok D weet je waarom deze zin niet klopt.)
Dit wil overigens niet zeggen dat ik het Nederlands Dictee zou winnen. Nee hoor! Er gaat wel eens een Powerpoint of cursushandleiding Sharepoint op, waar dan toch fouten in blijken te staan. Als ik iemand tussen lessen door snel een antwoord mail vanaf mijn telefoon, staan er ook typefouten in. Maar: verbeter de wereld… eh… schrijfvaardigheid, begin bij jezelf. Beste student, zullen we twee dingen afspreken? Ten eerste dat wij allebei ons best doen beter te schrijven? Ik bij mijn cursushandleidingen en lessen, en jij bij je toetsen? En ten tweede dat, als ik jou corrigeer op taalfouten in mails en toetsen, jij het mij ook mag laten weten als ik een taalfout maak? Want als jij kritisch bent op mijn taalfouten, ben je hopelijk ook kritisch op taal als je zelf iets schrijft.
Nu ga ik eerst uitzoeken hoe ik die stomme ‘autocorrect’-functie uitgeschakeld krijg. Mijn collega’s sturen me nu alleen maar plaatjes van bussen en busbanen.